30now.nl, 21 mei 2020
Starten met de Gelofte aan de mensheid (‘Kalm en evenwichtig: Laat ons ontwaken..’)
Visie van André op Zen
Verlichting is niet te bereiken door een ík, het is werk-in-uitvoering van ‘wij’, het geheel. Je stelt je beschikbaar voor dat werk, je ‘boeddhanatuurt’ mee.
In de Maha Karuna hoeft er niets bereikt te worden, je zit gewoon en grijpt niet in de stroom van je ervaringen in. Integendeel, je doet juist niets: geen gerichte aandacht, geen aandacht op de adem, niet aanwezig zijn bij gedachten. Niet je best doen, niets proberen. Geen mindfulness, geen Vipashana-meditatie.
Het wordt steeds stiller, er ontstaat steeds minder ‘ík’, er is alleen maar ‘dít’. Je wordt voertuig van een proces dat al gaande is, de oplichtende boeddhanatuur. Laat haar door je heen gaan, zonder keuze. Blijf ‘dakloos’.
Zen en corona
In deze coronatijd is er veel onzekerheid en verwarring, ‘wij weten het niet.’ Er gaan verhalen rond. De kunst is om het allemaal aan te zien, te horen, zonder er iets van te vinden. Hoe kan Zen daarbij helpen?
Zen is gericht op twee kwaliteiten, als twee vleugels van de vogel. De ene vleugel is de wijsheid, de ander de compassie. Beide zijn nodig om te vliegen. Heb je alleen wijsheid, dan ben je machteloos. Heb je alleen compassie, dan ben je richtingloos.
Bij toepassing van de een geef je helderheid aan de ander, en omgekeerd. Door meditatie groei je in beide kwaliteiten, en zal je merken: hoe meer er een niet-weten in je komt, hoe overtuigder je wordt van je niet weten, niets kunnen weten.
Wijsheid
De Hartsoetra (leegte, geen vorm) draagt uit: alles wat je denkt te weten is ‘fout’, met inbegrip van de Boeddha-wijsheden. Alle weten en elke theorie is een leer, heeft het karakter van ‘bij wijze van waar’. Maar niets is geheel waar en zelfs deze uitspraak niet. Leeg worden (in tegenstelling tot ‘ontdekken’), voorbij wijsheid ga je alle wijsheid binnen, in het vertrouwen dat het allemaal op zijn plek komt.
Elke theorie is een ‘verhaal’ dat je kan vastzetten. Als je in geen enkel verhaal meegaat ontstaat er ruimte, je ’container’ wordt groter. Je laat elke richting achter je, elke wens en verwachting. Je houdt niet vast, laat alles door je heen gaan – ook het heftige, ook grote angst. Dan wórd je a.h.w. gelijkmoedigheid, er blijft openheid bestaan: wijsheid én compassie.
Compassie,
een hartsverlangen om een betere wereld tot stand te brengen. Naast de beweging naar binnen kan er een drang zijn om in actie te komen, door geraaktheid met het lijden dat zich voordoet. Niet als een opgave, maar vanuit resonantie met het kosmische, Quan Jin die ons tegemoetkomt. Met onze overgave uit vertrouwen (handen vouwen) zal zij ons leiden. Een overgave die dan nog een stap in het duister is, een stap vanuit het niet weten.
Dit is een overgangstijd, veranderingen blijken mogelijk, alles wordt ‘vloeibaar.’ Je kunt en wilt bijdragen, als een bodhisattva, aan ‘het ontwaken van de wereld.’ Vooral nu in deze coronacrisistijd, waar alles losgeraakt is, is een respons van belang die niet vanuit verwarring, maar vanuit kracht komt, vanuit bodhichitta, vanuit het ontwaken. Verlichting is het oplichten van het goede in de werkelijkheid.
Het gaat hier niet over míjn ontwaken, maar over hét ontwaken, werk in uitvoering, Bodhichitta groeit organisch in je, gaat zich ontvouwen. Ze komt vanzelf in je aan het licht, je bedenkt haar niet. Vouw je handen en vertrouw. Geef response van moment tot moment, ‘je weet het niet.’
Het hartsverlangen groeit ook door het hardop uit te spreken. De Gelofte van de Bodhisattva (‘Hoe talloos…’) is een ‘jawoord aan het universum.’ Daar eindigen we mee.
Miriam Janssen & Frank Pothof, mei 2020