Sesshin april 2018 Doetinchem
Aantekeningen van Miriam Janssen
Lezing 1, 21 april: Mijn leven is niet van mij
‘Het lijkt erop dat wij ons eigen leven leiden, maar eigenlijk wordt ons gevraagd een bestaan uit te voeren’ d.w.z. om bodhisattva te zijn, een wezen dat is toegewijd aan ontwaken.
Het ‘ik’ dat zijn/haar eigen leven leidt, is een illusie. Moeilijk voor de westerling, die denkt in termen van ‘ik wil, ik denk, ik kan, ik wil autonoom blijven…’; daaruit komt veel lijden voort.
Boeddha zei: ‘Dat wat wij ik noemen, is in feite een verbondenheid met het web van Indra, wij zijn altijd midden in een stroom.
Daarover gaat ook het Hartsoetra eigenlijk: niet over leegte, maar over deel worden van de stroom. Je stelt je daarvoor beschikbaar.
Wat hierbij helpt, zijn o.a. de vier geloften van de Bodhisattva, waarvan de eerste: ‘Hoe talloos de levende wezens ook zijn…….’ Als je die intentie uitspreekt, resoneer je mee met een beweging die al gaande is, en daartegen zeg je: ‘Ja, ik wil.’
In de diepte van onze beoefening ontstaat vanzelf een werking, die door ons heen gaat- ook als wij het niet merken. We worden gevoeliger.
Geef de onderstroom een kans, vooral door niets te doen; door minder aandacht te besteden aan de oppervlaktestroom van woorden en emoties, ze zijn slechts een bijproduct.
Drie dingen zijn voor dit pad van belang: grote inzet, groot vertrouwen en grote twijfel.
Hebben we dan geen vrije wil? We hebben een wil, maar die is niet vrij: ‘het’ wil.
Hoe neem je dan besluiten? Voel, van een afstand kijkend, wat de bedoeling is. Gebruik je wil om die uitkomst in werking te zetten. Maar forceer niet, dat doe je vaak met je wil. Zoek de balans tussen forceren en passief zijn.
Lezing 2, 22 april: Compassie en wijsheid als duo
André ziet een ontwikkeling, in drie stadia, die niet per se op elkaar volgen en die ook dooreen kunnen lopen, als spiralen. Het gaat daarbij steeds om het samenspel tussen wijsheid (hoofd) en compassie (hart). Deze twee hebben elkaar nodig om te kunnen groeien; bij een burn out bv. zijn ze niet in balans.
Je moet met modellen en niveaus/stadia altijd uitkijken dat je niet gaat wegen, zo van ‘Niveau 3 is beter, en ik ben nog pas bij 1’. Je kunt niet zeggen dat het ene niveau beter is dan het volgende, en dat je in het derde verlicht bent. ‘Het is maar een model’ (van André, zegt André).
1. Het conventionele ofwel het ‘sentimentele’ niveau.
Je leidt je bestaan, ook met anderen. Vanuit gevoel, emotie voel je compassie naar anderen. Je wil de wereld ‘helpen, redden’. Maar redden is niet ‘bevrijden’.
Als je beseft (= wijsheid, )dat er iets niet klopt – omdat er immers geen ‘ik’ is, geen ‘zelf’- kan de compassie overgaan in het volgende niveau.
2. Grote compassie, Maha Karuna, treedt aan het licht.
Dit is een ander soort compassie, onpersoonlijker, een kracht die niet op één persoon/groep gericht wordt, maar die het hele universum doortrekt. Deze subtiele krachten zijn gaande, maar vaak staan we er niet open voor, merken we het niet op.
Maar bij het groeien van de ruimte buiten je eigen cocon, gaat je hart open en hoor je. Zelf merken wij dit meestal niet, maar er wordt iets zichtbaar in ons handelen. We begrijpen bv. situaties beter.
3 ‘De wijze doet niets, en toch blijft niets ongedaan.’
Op dit niveau zijn we compassievol zonder de intentie daartoe. Daarvoor heb je groot vertrouwen nodig in dat er wel iets groeit – ook al weet je niet in welke vorm.
Je kunt niet besluiten naar stadium 3 te gaan: de ontwikkeling groeit langzaam, ongemerkt, op je kussen.
Hoe om te gaan met negatieve prikkels uit de wereld?
Je kunt er tegen vechten;
je kunt relativeren wat goed en wat slecht is;
en je kunt niets doen.
In het tiende plaatje van de os gaat het mannetje ‘met lege handen onbelemmerd’ naar de markt (vgl. hartsoetra: leeg maken, loslaten).
Je kunt ‘alle levende wezens pas bevrijden’ als je contact hebt met de bron van ‘je één voelen’, als je compassie door je heen kunt laten komen’ i.p.v. er aan vast te houden: je investeert niet in het resultaat.
Quan Jin schept de oceaan leeg met een vingerhoed, de Plastic Soup Man haalt op zijn surfplank zoveel mogelijk plastic uit de oceaan.Compassie put alleen uit als je teveel gehecht bent aan het resultaat.