Je verlaten op je eigen buddhanatuur, Hsin-hsin Ming

vert. prof Dusan Pajin

Onvoorleesbaar zowel door zijn lengte als door het ontbreken van een goede nederlandse vertaling mag dit geschrift door de sociale distantie nu als leesstuk.

Allereerst: dit is een geliefde tekst die in Zenkloosters in Japan wordt gereciteerd. Aan Seng Ts’an (die stierf in 606), de derde in de lijn van Bodhidharma naar Hui Neng , wordt dit gedicht toegeschreven, maar het is zeker van een eeuw of wat later.
Het bestaat uit regels van vier karakters die steeds in groepjes van twee op elkaar zijn betrokken en hier daarom in tweetallen zijn genummerd en weergegeven, vrij vaak als één zin; 73 uitspraken totaal.
Vier karakters per regel is ook voor klassiek Chinees weinig. Totaal 584 woorden. Hier is gekozen voor een vertaling die die kortheid respecteert, wat in het engels het beste lukt. Niet voor niets heet het een Inscriptie; als om in steen te worden gebeiteld

Tussen rechte haken [..] heb ik spaarzaam alternatieven of duidelijker vertalingen (niet zelf bedacht) toegevoegd. In plaats van een lap tekst is hier een indeling in 8 secties gegeven die teruggaat op de oudere vertaling, die van D.T. Suzuki.

Hoewel meditatie nergens wordt genoemd, kun je sectie II tot IV wel lezen als raadgevingen voor beoefening.
I, V en VI zouden dan meer gaan over principes: Eenheid, Een–Geest, Leegheid, Zoheid. Maar zie dan weer vers 42 tot 47….
En VII en VIII beschrijven dan meer hoe het eruit kan gaan zien door beoefening.

Zich verlaten op de Mind staat tegenover zich verlaten op de belofte van Amitaba dat je zult worden wedergeboren in het Zuivere Land wanneer je hem aanroept. Ch’an wordt hier geintroduceerd als alternatief voor deze in China veel vroeger al  ingeburgerde en makkelijk toegankelijke religieuse praktijk .

Wat Geloof in de Mind betekent, wordt samengevat in de een na laatste regel. In de ware, vertrouwende, geest zijn denken en gedachte één. Het zit hem niet in het denken dat logica en grammatica met zich meebrengen. Je kunt niet je buddhamind vinden met je gewone praat- en denkhoofd.
Subject en object, het zien van verschillen, stukken, vakjes, delen, tegendelen, oorzaken en gevolgen; we weten haast niet beter.
Maar zo Is Het niet.

 ‘Los van bestaan of niet bestaan, rondom staat het pal voor je neus’.

Met hartelijke groet, Henk P

Faith in Mind Inscription (xin xin ming)

I.

1. The best way is not difficult. It only excludes picking and choosing.
Once you stop loving and hating, it will enlighten itself.
Depart for a hairbreadth, and heaven and earth are set apart.
If you want it to appear, do not be for or against.
5. To set longing against loathing, makes the mind sick.
Not knowing the deep meaning (of the way), it is useless to quiet thoughts.
Complete it is like great vacuity, with nothing lacking, nothing in excess.
When you grasp and reject, there is no suchness.

II.

Do not follow conditions, do not dwell in emptiness.
10. Cherishing oneness in the hearth [keeping in mind oneness], everything will stop by itself.
Rest to stop motion, and rest will move you again.
If you are merely in either, how will you know oneness?
Not understanding oneness, you will miss in two ways.
Expelling being you will be without it, following emptiness you are always behind it.
15. The more words and thoughts the more you will go astray
Stop speaking, stop thinking and there is nothing you cannot understand.
Return to the root and obtain the purport [essence}. Following the outcome [appearances] you lose the source.
For a moment turn inward, and surpass the emptiness of things.
Changes that go on in emptiness all have their cause in ignorance.
20. Do not seek the true [do not seek truth], only abstain from views [opinions].

III.

Do not dwell in dual views, be careful not to pursue them.
The slightest trace of right and wrong and mind is lost in confusion.
One being is the source of the two, however, do not even maintain the one.
With one mind there is no arising, then everything is without blame.
25. No blame, no things. No arising, no mind.
The subject follows when the object ceases. The object is expelled when the subject sinks.
The object is related to the subject. The subject is related to the object.
If you want to know these two, their origin is one emptiness.
In one emptiness both are equal, evenly containing innumerable forms.

IV.

30. Do not differentiate coarse and fine, and you will not be for or against
The great way is all‑embracing, neither difficult nor easy.  [not difficult and not easy]
Small views are irresolute, full of doubt, now in haste, then too late.
Letting go leads to spontaneity, essence neither goes nor abides.
Accord your nature with the way, and go free of troubles.
35. Fettered thinking strays from the real, it darkens, sinks and spoils.
To weary the spirit is not good. Of what use are strange and familiar?

V.

In taking the one vehicle, do not dislike the six sense‑objects.
Not disliking the six sense‑objects turns out equal to perfect awakenness.
40. The wise performs through non‑action. The fool ties himself.
Things are not different, ignorance leads to preference.
To use the mind to hold the mind, is it not a great mistake?
Out of confusion arise rest and disturbance;
awakening negates liking and disliking.
All opposite sides lead to absurd consideration.
45. Dreams, illusions, flowers in emptiness [the sky]. Why strive to grasp them?
Profit and loss, right and wrong, away with this once for all.
If the eyes are not closed, all dreams stop by themselves.

VI.

If the mind does not discriminate, all things are of one suchness.
In the deep essence of one suchness, resolutely neglect conditions.
50. When all things are beheld as even, you return again to spontaneity.
Put an end to the cause, and nothing can be compared.
Cease movement and no movement arises. Set rest in motion and there is no resting.
When both do not make a whole, how will one be for you?
Investigate to the end, and there is no principle or rule retained.
55. Accord the mind with Impartiality, which stops every action.

VII.

All doubts are cleared, true faith is firm and harmonized.
Nothing is detained [retained], nothing to remember.
Vacuous, enlightened, self‑illumined, power of the mind is not exerted.
Thought is useless here, sense or feeling cannot fathom this.
60. In the real suchness of the Dharma‑realm, there is neither other nor self.
Swiftly to accord with that, only express non-duality. [Urged to respond, only say not two]
In non-duality all is equal, nothing is left out.
The wise from all directions all belong to this teaching.
This teaching is not urgent or extensive, beyond a moment, or an eon.
[ten thousand years one thought]

VIII.

65. Apart from existing or not, everywhere in front of the eyes.
Very small and large are equal. When boundaries are forgotten.
Very large and small are equal, the limits cannot be seen.
With being there is nonbeing. With non‑being there is being.
If not so, do not hold on to it.
70. One is all, all is one –
Merely with such ability, worry not for finality.
Faith in mind is non-dual [Faith and mind are not two]. Non‑duality is faith in mind [n-d is true mind].
Discourse here stops; no past, present, future.

Maandag 25 mei — Über die Geduld

De laatste weken van “huidhonger” dacht ik (Bert) steeds aan de zen beoefening en heb ik gezocht naar een tekst met dat thema. Het toeval wilde dat de bibliotheek weer min of meer openging en meldde dat het boek “Het verborgen licht” dat ik gereserveerd had was aangekomen. Het eerste verhaal dat ik daarin aankruiste om te lezen was het verhaal over de oude vrouw die de kluizenaarshut in brand stak…

Rainer Maria Rilke

Man muss den Dingen
die eigene, stille
ungestörte Entwicklung lassen,
die tief von innen kommt
und durch nichts gedrängt
oder beschleunigt werden kann,
alles ist austragen – und
dann gebären…

Reifen wie der Baum,
der seine Säfte nicht drängt
und getrost in den Stürmen des Frühlings steht,
ohne Angst,
dass dahinter kein Sommer kommen könnte.

Er kommt doch!

Aber er kommt nur zu den Geduldigen,
die da sind, als ob die Ewigkeit
vor ihnen läge,
so sorglos, still und weit…

Man muss Geduld haben

Mit dem Ungelösten im Herzen,
und versuchen, die Fragen selber lieb zu haben,
wie verschlossene Stuben,
und wie Bücher, die in einer sehr fremden Sprache geschrieben sind.

Es handelt sich darum, alles zu leben.
Wenn man die Fragen lebt,
lebt man vielleicht allmählich,
ohne es zu merken,
eines fremden Tages
in die Antworten hinein.

Over geduld

Je moet de dingen
aan je eigen, rustige,
ongestoorde ontwikkeling overlaten,
die van diep van binnen komt
en nergens door kan worden geduwd
of versneld,
alles moet worden meegesleept – en
dan baren …

Vermoeit als de boom die
zijn sappen niet perst
en vol vertrouwen in de lentestormen staat,
zonder bang te zijn
dat de zomer er niet achter
kon komen.

Hij komt!

Maar hij komt alleen bij de patiënt die
er is alsof de eeuwigheid
voor hen ligt,
zo zorgeloos, stil en ver …

Je moet geduld hebben
Met het onopgeloste in het hart,
probeer zelf van de vragen te houden,
zoals afgesloten kamers
en zoals boeken geschreven in een zeer vreemde taal
Het gaat erom alles te leven.
Als je de vragen naleeft, kun je geleidelijk aan de antwoorden van een vreemde dag
naleven zonder het te beseffen .

De oude vrouw steekt de kluizenaarshut in brand

China, tijd van ontstaan onbekend
UIT: HET VERBORGEN LICHT
Verhalen van 25 eeuwen verlichte vrouwen
ISBN 978 90 5670 3639 |NUR 739

Een oude vrouw in China ondersteunde vele jarenlang een monnik. Ze bouwde voor hem een kluizenaarshut en voorzag hem van voedsel en kleding.

Na twintig jaar vroeg ze zich af wat hij bereikt had en besloot hem op de proef te stellen. Ze haalde een mooi meisje uit het dorp en stuurde haar naar de kluizenaar met de opdracht hem te omhelzen en dan te vragen hoe hij zich voelde.

Het meisje streelde de monnik en vroeg: ‘Hoe voel je je nu?’

‘Een verweerde boom op een koude rots heeft in de winter geen warmte’, antwoordde de monnik.

Het meisje ging terug naar de oude vrouw en vertelde haar wat er gebeurd was.

‘Wat?’ zei de oude vrouw. ‘Heb ik al die jaren een bedrieger ondersteund?’ Ze greep een stok, snelde naar de kluizenaarshut en sloeg de monnik, waarbij ze uitriep: ‘Maak dat je wegkomt!’ Daarna brandde ze de kluizenaarshut tot op de grond af.

BESCHOUWINGEN VAN ZENKEI BLANCHE HARTMAN

Ik denk dat de monnik in deze koan het volledig bij het verkeerde eind had met de poging zijn menselijke gevoelens te onderdrukken en zich ervoor af te sluiten in plaats van ze te vieren. Eihei Dogen beschrijft verlichte wezens als wezens die ‘weinig begeren’, maar ik geloof niet dat ‘weinig begeren’ betekent gevoelens te onderdrukken; voor mij betekent het gewoon alles waar te nemen waarvoor we dankbaar moeten zijn en daardoor te weten dat we niet meer nodig hebben.

Door de zen beoefening ontwikkelen we een toenemende waardering voor alles wat ons omgeeft we worden niet tot een oude, verweerde boomstronk! Ik ben tegenwoordig veel levendiger dan in de tijd dat ik met mijn beoefening begon en voel veel meer waardering, en dat geldt voor de meeste zen mensen die ik ken. Het gaat er bij de beoefening niet om ons verlangen en onze menselijkheid te onderdrukken, maar toe te laten dat die zich in een gestadige stroom tot alles en iedereen wenden in plaats van zich slechts op één object te  richten

Ik leerde de zen beoefening kennen door Suzuki Roshi, Katagiri Roshi en Sojun Mel Weitsman, en dat waren geen verweerde bomen maar heel levendige mensen. Op elke foto die ik van Suzuki Roshi bezit en dat zijn er veel lacht of glimlacht hij. Mijn leraren en mijn beoefening hebben me in geen geval geleerd om niet van het leven te genieten. De ervaren leraren die ik mocht tegenkomen hebben lijdende mensen steun gegeven, maar ze waren ook erg speels en vrolijk.

Ik begrijp de boeddhistische regels niet als voorschriften die opgevolgd moeten worden, maar eerder zo: ‘Wees opmerkzaam op het gebied van het menselijk leven, want er is daar veel leed, pas dus op wat je doet.’ Zoals een bord op een dichtgevroren vijver waarop staat: ‘Pas op, dunne ijslaag!’ in plaats van ‘Je moet je schamen!’. Onze gelofte zegt dat we mensen helpen hun lijden te beëindigen, en niet dat we tot hun lijden bijdragen. Ik kan leven zonder een ander tot seksueel object te maken en weet zijn schoonheid toch te waarderen. Dat betekent volgens de regels leven.

Wat de monnik en het jonge meisje betreft zou ze gekrenkt zijn geweest wanneer hij haar in de een of andere vorm zijn genegenheid had getoond? Ik ken haar levensomstandigheden niet, maar ik heb de indruk dat het meisje bereidwillig meegespeeld heeft en de afwijzing haar gevoelens waarschijnlijk gekrenkt heeft. Maar de monnik heeft zijn beoefening gebruikt om zich voor alle gevoelens af te sluiten, zodat hij er geen hinder van had. Dat is een verkeerde opvatting van de leer van de beëindiging van het lijden. De monnik zou tegen de jonge vrouw bijvoorbeeld vriendelijk hebben kunnen zeggen: ‘Je bent jong en mooi en heel aantrekkelijk, maar ik leef als monnik in celibaat en daarom kan ik je jammer genoeg niet bij me opnemen.’ Hij is haar niet met mededogen tegemoet getreden.

Ik houd ervan de Brahma Viharas (oefeningen waarbij het in de kern om liefhebbende goedheid en mededogen gaat) en de Metta-sutra te onderrichten. In de Metta-sutra reciteren we: ‘Liefde in de hele wereld laten stromen, naar boven alsook naar beneden en in alle richtingen, grenzeloos, oneindige goedheid voor de hele wereld ontwikkelen.’ Voor mij is dat een geweldige visie, wanneer ik aan alle conflicten en vijandigheden denk die er in onze wereld bestaan.

In dokusan omhelzen ik en mijn leerlingen elkaar vaak. Ik weet dat dit geen orthodox gedrag is en misschien vinden sommige mensen het ongepast. Maar omdat ik oud genoeg ben om van de meeste mensen hun grootmoeder te kunnen zijn, hoop ik dat dit in orde is. Wanneer iemand lijdt, sta ik aan het eind van het gesprek soms op en omhels hem of haar. Soms merk ik dat een omhelzing te vrijpostig zou zijn en dan omhels ik de desbetreffende persoon niet. Tot nu toe vonden de mensen de omhelzingen eerder troostend dan pijnlijk of verwarrend.

Eens hield broeder David Steindl-Rast, een benedictijnermonnik, die met Suzuki Roshi heeft gepraktiseerd, een voordracht in Tassajara en iemand vroeg hem naar zijn celibaatsgelofte. Broeder David zei daarop: ‘Wanneer ik van alle mensen evenveel wil houden, moet ik celibatair of promiscue leven!’ Ik mag dit beeld wel: van iedereen op dezelfde manier te houden. Dat heb ik mezelf ook opgelegd, van iedereen op dezelfde wijze te houden en iedereen geheel en al lief te hebben. Dat wil niet zeggen dat we onze waarneming of waardering voor de wereld om ons heen moeten laten ‘roesten’, maar deze wereld steeds meer moeten waarderen: haar schoonheid, alles wat ze ons kan geven, en onze volledige verbondenheid ermee.

Maandag, 4 mei — de Geloften van de Bodhisattva

Als tekst is Peggy gekomen met de derde Gelofte van de Bodhisattva.

Derde Gelofte van de Bodhisattva

‘Hoe talloos de poortloze poorten ook zijn,
ik beloof ze binnen te gaan’

‘Staan waar geen plek is
om te gaan staan.’
De levensopdracht van Zen
zoals verwoord door Hisamatsu.
Oog in oog durven staan
met de ongenaakbaarheid
de onmogelijkheid soms
waarmee het leven ons
onontkoombaar
confronteert.

Niet vluchten
voor de uitdaging
Niet vluchten in troostend geloof,
in veilig lijkende havens
door mensen verzonnen
om de diepe confrontatie
uit de weg te gaan.

De weg van Zen
ligt niet zozeer
in een bevrijding
uit de pijn van het leven
maar veeleer
in een transformatie
van de pijn van het leven.

De uitdaging is
om als breekbare mens
midden in de
schier onbreekbare werkelijkheid
van het lijden te gaan staan,
voor die muur,
eindeloos, zonder poort,
om te ontdekken
dat jij,
midden in je tranen
midden in je verdriet
midden in je eenzaamheid
midden in je wanhoop
zomaar onverwacht
zelf de poort wordt
als je één wordt met de muur.

Daar ligt onze opdracht,
vandaag, morgen,
telkens weer opnieuw,
hoe talloos de poortloze poorten ook zijn.

De andere geloften zijn hier te vinden: De Geloften van de Bodhisattva.

Maandag 20 april – Kwan Yin

Kwan Yin, een gedicht van J.C. van Schagen

Lieve zenvrienden,
Hierbij stuur ik jullie het gedicht Quanyin, dat Ton Lathouwers dikwijls aanhaalde in zijn verhalen. Zeeën leegscheppen met een vingerhoed. Het lijkt zo zinloos, maar ze gaat door in onbevangen en kinderlijk vertrouwen. Quan yin, haar naam betekent zij die luistert naar de noodkreten. Wat zij
doet is: meer dan een mens kan doen. Zij brengt de moed op tot het onmogelijke en…. ze blijft kloppen waar geen poort is……
Titels van 3 boeken van Ton. Ook niet toevallig. Zijn pleegmoeder zei dan alijd als hij het niet meer zag zitten “doorgaan jongske”. Zij was ook een soort Quanyin voor hem.
In de soetra van Quanyin die Ton bewerkte voor de tegenwoordige tijd staat: Als iemand gered kan worden door een Boeddha of Quanyin dan zal Zij die gestalte aannemen. Bijv. de gestalte van een monnik of een non, een leek, een atheist, een kind, een engel, etc. In deze tijd waarin wij nu leven “op afstand” is Quanyin aanwezig.
Ik heb haar al een paar keer ontmoet….. Let maar op !!!
Oceanen Van lijden is zij aan het leegscheppen met haar vingerhoed…. Zij is onder ons !!!!
Mogen jullie haar allen ontmoeten.
Heel goede aandacht en liefs Lieke

Kwan Yin

Kwan Yin, die ernstig, lief gewoon
maar voortgaat, met een vingerhoed
de zeeën leeg te scheppen
zonder bitterheid of ironie

komt zó de zee eens leeg?
komt ééns de zee zo leeg?

is dit misschien het enkel mogelijke enkel lieve antwoord
op het stompzinnig tarten van een cynisch demiurg
omdat geen ander antwoord rest
voor wie zo zuiver zonder boosheid is
zo zuiver weerloos en zo zuiver lief
als zij?

of heeft ze hoop, of wéét ze soms, dat ééns een ècht God wordt geboren
uit haar vergeefse trachten?
heeft zó haar eindeloos lijden dan toch zin
heeft haar verwachten grond, is het geen radeloosheid dan
niet enkel adel, dat ze zich bestendig offert, altijd weer?

wordt ééns misschien dan toch het goddelijk kind geboren
dat verlost
wanneer zij ongebroken gelovend alle oceanen
geduldig duldend eindelijk zal hebben leeggeschept
met haar vingerhoed?

hoe ze dit kan?

is zij dan zelf misschien dit allereerste kinderlijk beginnen?

J.C. van Schagen

Krishnamurti

WIm vindt een interview met Krishnamurti interessant. Voor een maandagavond als variant op een tekst.

De destijds vermaarde BBC journalist Bernard Levin, heeft zich helemaal verdiept in de ‘leer’ van Krishnamurti, zo weet hij vragen te stellen die resulteren in antwoorden die iedere invalshoek van de ‘leer’ van Krishnamurti laten zien. Ik heb het vaak terug gekeken. Het is in drie delen:

Maandag 13 april — Laat – Leonard Nolens

Okke, Lieke, Marijke en ik( Miriam) willen elke week op de maandag jullie een berichtje sturen. Vandaag mag ik dat doen.
En misschien gaan meer lezers hun tekst delen, zoals Theo afgelopen maandag.

Mijn thema is vandaag: laten, niet doen maar zijn, hier zijn.
Eerst een gedicht over ‘vertragen’. Daarop aansluitend, iets over ‘doen’ en’ zijn’, aanwezig zijn.
En een inspirerende nieuwe coronameditatie-site.

Laat

Vertraag.
Vertraag.
Vertraag je stap.

Stap trager dan je hartslag vraagt.

Verlangzaam.
Verlangzaam.
Verlangzaam je verlangen.

En verdwijn met mate.

Neem niet je tijd
En laat de tijd je nemen –
Laat.

Leonard Nolens, een Vlaamse dichter

‘Hebben’ en ‘zijn’

Is deze lockdown een tijd van ‘hebben’ of meer van ‘zijn’? Misschien een kans om meer te zijn dan om steeds te doen?
Dat was het thema van een van de lezingen die Joost van de Heuvel Reijnders uit Enschede laatst online gaf op de nieuwe site 30now.
Er liggen ook kansen in deze situatie, zei Joost. Het kan een tijd worden van ‘zijn’, zoals Ed Hoornik schreef:
‘Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken; is kind worden en naar de sterren kijken…’
in zijn beroemde gedicht ‘Op school stonden ze op het bord geschreven, het werkwoord hebben en het werkwoord zijn’(1952)

Online inspiratie voor ons pad: meditatiesite 30now.nl

Nu er nergens meer in groepen live kan worden gemediteerd, hebben uit het hele land leraren van Inzichtmeditatie (olv Joost van de Heuvel Rijnders uit Enschede) ) en mindfulnesdocenten de site www.30now.nl geopend. Op 30now.nl/live vind je de aankondiging van mooie lezingen en meditaties, bijna elke dag. Het is gratis; en als je lid wordt, kun je ook alles terugkijken.
Ik luister en kijk geregeld en dan zijn er met mij wel zo’n 250 mensen uit het hele land online, dat inspireert en verbindt.
Overdag kun je een of meer meditatiemomenten bijwonen- soms ook voor kinderen.

Kijk bij je voet, wat je zoekt is hier

Ik probeer in deze periode wat meer (hier) te zijn, wat minder te doen. De omstandigheden helpen!
Ook dit gedicht van Marjoleine de Vos gaat over ‘hier zijn’

Ruimtevrees

Achter eilanden, daar weer achter
dijken, zee en Zweden. Waar zou je heen?
De blik verliest je met zichzelf in ruimte
waar aankomst ver en ver te zoeken is.
Niet voor de woerd die plotseling en onbedaarlijk
groen het zonlicht en je oog inzwemt.
Kijk bij je voet, maant hij, waar speenkruid
bloeit, de lucht gespiegeld blauw is in het diep.
Voel warmte op je neus, zie ’t vroege blad
van vlier. Je keek te ver. Wat je zoekt is hier.

uit: ‘Uitzicht genoeg’, 2013, Marjoleine de Vos

Wie weet, zitten we op maandagavond weer op onze eigen plekken toch samen. Een beetje Lorenzstraat.
Ik stel me gewoon voor dat we samen gaan zitten en naar de sterren kijken. Met een warme groet uit Borne,
Miriam

Maandag 6 april — Lijden – Willigis Jäger

Het leven is vol lijden. Steeds opnieuw komen we in pijnlijke situaties. We kunnen er een klaagzang over aanheffen of we kunnen proberen ze voor onze groei te benutten.
Voornaamste voorwaarde hiervoor is aanvaarding.

Beste allemaal, Ik zag in mijn agenda dat ik komende maandag zou voorlezen op onze zen-avond. Omdat dat niet kan doorgaan stuur ik jullie als alternatief via Okke een tekst vooraf het ‘zitten op afstand’ voor komende maandag. Het gaat over ‘lijden en groeien in tijd van crises’ Het is voor mij ook bedoeld als een hommage aan Willigis Jäger die onlangs overleed. Ik wens je veel inspiratie toe.
Hartelijke groet en goedgaan, Theo

Lijden – Willigis Jäger

Het leven is vol lijden. Steeds opnieuw komen we in pijnlijke situaties. We kunnen er een klaagzang over aanheffen of we kunnen proberen ze voor onze groei te benutten.
Voornaamste voorwaarde hiervoor is aanvaarding. Aanvaarding van de situatie die je op dat moment niet kunt veranderen. Aanvaarding van de pijn, aanvaarding van de omstandigheden. Dat heeft niets met fatalisme te maken.
Het betekent ook niet dat ik niet naar de tandarts mag gaan of een operatie mag ondergaan wanneer ik ziek ben. Integendeel, je kunt alles doen om de pijn te verminderen. Maar er zin situaties waaraan je niets kunt veranderen en die je alleen maar kunt aanvaarden. (…) We doen ons best om het lijden te ontlopen. Maar wanneer we het lijden niet aanvaarden, verhinderen we onszelf te groeien.
Ook de ergste pijn wordt gedragen door de oergrond die we ware natuur of God noemen. Deze ervaring zal ons transformeren. Crises in ons leven zijn tijden van groei.
We worden uit de moederschoot gedreven om mens te worden, dat is pijnlijk. We moeten naar school voor een opleiding, dat is pijnlijk. We moeten het ouderlijk huis verlaten, dat is pijnlijk. We hebben ziekte en ouder worden te aanvaarden, dat is pijnlijk. En daarna blijft ons niets over dan ook de dood te aanvaarden.

De mensen te helpen betekent hun de waarheid te zeggen en hen voor beslissingen te plaatsen. De leerlingen van Jezus wilden daar niets van weten. Ze wilden van zijn consequente weg als profeet, die naar lijden en dood voerde, niets weten. ‘Weg van mij, satan, ga uit mijn ogen’, zei Jezus tegen Petrus, toen die hem wilde verhinderen om te lijden. Er bestaat in de mystiek een
instelling tegenover het lijden die op het eerste gezicht narcistisch lijkt. Steeds opnieuw hebben heiligen en wijzen om lijden gebeden. Groei en in het bijzonder spirituele groei — synoniem met volwassen worden – gebeurt door lijden. Wie volwassen wil worden, kan er blijkbaar niet aan ontkomen. Een mens tot aanvaarding van het lijden te brengen is moeilijk. Zulke beslissingen zijn ook
voor degene die een mens daartoe moet raden vaak pijnlijk. Wie niet zelf onder een beslissing en een raad die hij geeft lijdt, die is zich van zijn beslissing niet helemaal bewust. Wie anderen op hun spirituele weg wil begeleiden en zelf hogere niveaus van bewustzijn zoekt, zal ze niet bereiken zonder te lijden. Het is een roeping tot lijden op een bijzondere wijze. Er zijn zoveel mensen die
zich op een spirituele weg begeven en menen dat ze het lijden kunnen ontgaan. Maar alle heilswegen voeren door lijden en duisternis en pas door het afdalen in de onderwereld tot het licht. De opstanding is de keerzijde van het lijden. Elkaar in het lijden onderling bijstaan zie ik als een belangrijke opgave van onze samenleving. Lijden brengt ons samen. Voltooi je geboorte!